Rooms Katholieke gezinnen reconstrueren in Haarlem

26 februari 2024

door Michaël Boers

Het is bijzonder lastig om Haarlemse Rooms Katholieke gezinnen te reconstrueren, aangezien de registers over vier toegangen en honderden inventarisnummers verdeeld zijn, zonder adequate digitale index.

Allereerst is er Toegang 2142 “DTB Haarlem”, met daarin per kerkgenootschap apart inventarisnummers voor dopen en trouwen, te weten:

  • Nederlands Hervormd (NH),
  • Waalse Kerk,
  • Lutherse gemeente (E-L),
  • Remonstrantse gemeente,
  • Doopsgezinde gemeente en de
  • Rooms Katholieke kerk (RK).

Voor begraven zijn er alleen inventarisnummers voor de Nederlands Hervormde kerk, waarin begravenen van alle gezindten staan vermeld.

De Rooms Katholieke dopen en trouwen zijn weer uitgesplitst per Statie, namelijk:

  • De Drie Klaveren (Sint Dominicus),
  • Het Bagijnhof (Sint Jozef),
  • Sint Bavo,
  • De Ossenhoofdsteeg (Sint Thomas van Aquino),
  • De Vier Heemskinderen (Sint Franciscus),
  • De Hoek (Sint Bernardus),
  • ‘t Nauwe Damsteegje (Sint Franciscus),
  • Sint Maria, Sint Anna en de latere samenvoeging van de twee laatste,
  • Sint Anna en Maria gecombineerd. Dit zijn de zogenaamde retro-acta van de Burgerlijke Stand, die bij het aanleggen van de Burgerlijke Stand door de overheid gevorderd zijn van de diverse kerkgenootschappen.

Dan is er Toegang 2106 “R.-K. Bisdom Haarlem betreffende staties en kloosters te Haarlem”, met daarin extra doop- en trouwboeken voor de Staties

  • Sint Jozef en
  • Sint Bernardus,

die pas in de 20e eeuw zijn overgedragen van het Bisschopsarchief aan het Noord-Hollands Archief. Vooral de twee trouwboeken hierin bevatten unieke informatie.

De doopboeken van Het Bagijnhof (Sint Jozef) bevatten gedeeltelijk dezelfde informatie als die in Toegang 2142, maar het is niet vooraf duidelijk welke informatie gekopieerd is, en welke informatie uniek is.

Vervolgens is er Toegang 3305 “Sint Elisabeths Gasthuis of Groote Gasthuis te Haarlem”, Inventarisnummers 44-59 met daarin lijsten van opgenomen patiënten van 1677 tot 1854, verdeeld over mannen en vrouwenzalen. Het Sint Elisabeths Gasthuis had een eigen kerkhof en de registers vermelden exact op welke datum patiënten in het ziekenhuis overleden.
Het zijn vrijwel de enige registers waar exacte overlijdensdatums te vinden zijn.

In de begraafregisters van de NH kerk wordt veelal onderscheid gemaakt tussen de rijkere bewoners, die een eigen graf bezaten en voor wie de kerkklokken werden geluid tijdens de begrafenis, en de overigen, voor wie dit niet gold. Dit onderscheid komt tot uitdrukking door separate bladzijden, die om-en-om de rijkeren en de armeren laten zien. Kortom, dezelfde datum komt dus steeds op twee pagina’s voor en er moet nogal eens gebladerd worden om de juiste inschrijving te vinden.

Verder worden de allerarmste begravenen soms niet bij naam genoemd, maar staat er slechts: “van de schaal”, “van de diaconie”, of “van de armen”.

In Toegang 3993 “Stadsbestuur van Haarlem”, met inventarisnummers 2663-2677 vind je “Registers van aangifte van het middel op begraven (‘gaarders’), 1696-1811”. De hier vermelde aangiftedatum is soms dezelfde dag als het overlijden, of hooguit drie dagen later en ligt normaliter op of voor de begraafdatum.

Vanaf het midden van de 18e eeuw bevatten deze registers zowel een doodsoorzaak, maar belangrijker, ook de leeftijd van de overledene. Het is belangrijk om altijd de begraafinschrijving, zowel als de inschrijving in het gaarderregister op te zoeken, omdat de informatie van die twee elkaar aanvullen en bevestigen. Iemand die bijvoorbeeld anoniem begraven werd, stond wel met naam in het gaarderregister. Vrouwen staan soms onder naam van hun echtgenoot in het ene register en onder hun meisjesnaam in het andere register. De leeftijd helpt in het bevestigen of de gevonden inschrijving past bij de onderzochte persoon.
Met betrekking tot begraven in Haarlem verwijs ik met plezier naar het artikel De begraafboeken van Haarlem; verwarring door de zinsnede ‘vrouw van’ door André Rakers in Gens Nostra 2019, Jaargang 74, nummer 1 p. 51.

Toegang 3111 “Oud Rechtelijk Archief (ORA) Haarlem” met inventarisnummers 915-921 geven de “Schepentrouwboeken, 1627-1811”. Van onschatbare waarde voor onderzoek naar RK families, aangezien de meeste RK trouwboeken verloren zijn gegaan. Bovendien bevatten ze vaak informatie over de herkomstplaats van de aanstaanden en soms ook de naam van eerdere partners.

In Toegang 1211 “Collectie van puiboekjes van de stad Haarlem”, met inventarisnummers 1-16 van 1760-1856 vind je de bevolkingsstatistiek van Haarlem, per jaar gesorteerd. Naast de statistiek worden ook individuele Schepen- en Gereformeerde huwelijken en begravenen (de laatsten inclusief woonadres) vermeld, plus een lijst van publiek geveilde huizen, obligaties en ‘andere vaste goederen’. Hoewel de puiboekjes doorgaan tot 1856, voegen ze weinig informatie toe aan wat je vanaf 1811 in de overlijdensaktes kunt vinden. Maar voor de periode 1761 (het eerste jaar zijn er nog geen adressen) tot 1811 is het een heel belangrijke bron.

Toegang 3441 “Weeskamer Haarlem” bevat een aantal eigentijdse naamindexen in inventarisnummers 82 t/m 99. Vooral inventarisnummers 88 en 89 leverden me een heel stel testamenten op, die ik anders online nooit gevonden had. Bovendien vond ik er de enige18e-eeuwse beroepsvermelding tot nu toe. Al deze indexen zijn inmiddels gescand en via de website van het NHA te benaderen.

In de loop van de 20e eeuw is er een index van de toegangen 2142, 3993 en 3111 aangelegd op kartonnen fiches. Dus, Toegang 2106 is hierin niet meegenomen, aangezien deze later pas is gearriveerd in het NHA. Via deze index kon gezocht worden op achternaam van gedoopten en bruidegoms, achternaam van overledenen (vrouwen vaak onder de achternaam van hun echtgenoot, maar lang niet altijd) en voornaam van gedoopten. Deze indexen zijn door FamilySearch verfilmd en inmiddels op het Internet beschikbaar via FamilySearch. Helaas is daarna besloten om de originele indexen te vernietigen.

In de studiezaal van het NHA zijn op microfiche nog indexen te zien op dopen, trouwen en begraven en op voornamen van gedoopten. Deze indexen wijken af van de indexen op de FamilySearch website. Zo is bij de indexen op trouwen ook te zoeken op achternaam van de bruid. De index bij FamilySearch heeft deze mogelijkheid niet. Het is niet duidelijk hoe de twee indexen zich tot elkaar verhouden. Beide hebben hun bron in het voormalig Gemeentearchief Haarlem.
De indexen vereisen enige vaardigheid in het voorspellen hoe de gezochte voor- of achternaam gesorteerd zal zijn. Allereerst zijn voornamen fonologisch gesorteerd: Philip staat dus tussen Liesbeth en Gerrit, want Liesbeth wordt gesorteerd als Elisabeth en Philip wordt gesorteerd als Filip. Verstraten en Van der Straten worden gelijkgesteld en staan onder Straten bij de doop- en trouwindex, maar onder Verstraten bij de begraafindex. Aegidius vind je uiteraard onder de G van Gillis.

Er bestaat voor zover ik weet geen lijst met welke sorteringen er zijn toegepast. Om een gezochte naam te vinden, zeker bij populaire namen, moet er door honderden beelden gelopen worden, voordat de juiste is gevonden. Indien meerdere kinderen uit één gezin gezocht worden, dan moet de gehele lijst doorlopen worden voor ieder afzonderlijk kind. Bij een achternaam Jansen zijn dit meer dan 1000 beelden.

Hoewel ik zelf geen concrete gevallen ken, heb ik van een andere onderzoeker gehoord, dat niet alle inschrijvingen zijn terug te vinden in deze indexen. Ook een studiezaalmedewerker van het NHA bevestigde de onvolledigheid van de indexen. Wel is het zo dat veel mensen beurtelings met achternaam of onder patroniem zijn geregistreerd. In de indexen komen deze personen dus op verschillende plaatsen voor, wat het zoeken nog omslachtiger maakt.
Voor de 16e en 17e eeuw bevat de doop- en trouwindex ook gezinsreconstructies, die bijzonder behulpzaam zijn. Helaas bevatten deze dan weer vaak alleen het doopjaar en moet de datum er dan zelf bij gezocht worden.

Op de website van het NHA staat ook een digitale personenindex. Hierin zit een gedeelte van de NH dopen. Het is niet duidelijk welke doopboeken compleet zijn overgenomen, dus bij een negatief zoekresultaat is er geen zekerheid of de gezochte persoon niet is geregistreerd, of dat de inschrijving nog niet is opgenomen in de index.